Cito toetsen

Geen kind ontkomt aan de Cito toetsen. Kinderen kunnen al op de peuterspeelzaal getoetst worden, maar vanaf groep 3 begint het pas echt: woordenschat, (begrijpend) lezen, rekenen, spelling, studievaardigheden en nog meer! Veel mensen krijgen er spontaan uitslag van. Maar is dat wel terecht? En moet de JGZ daar wat mee?

De jeugdarts neemt deel aan vrijwel alle zorgteams op de basisschool, samen met de schoolmaatschappelijk werker, Passend Onderwijs, de intern begeleider, soms de leerkracht en bij voorkeur ook de ouders. In het zorgteam proberen we samen te kijken waar een kind mee zit en hoe we kunnen helpen. Of dat er eerst nader onderzoek nodig is en door wie dan?

De meeste vragen van scholen gaan over gedrag. School geeft desgevraagd vaak aan dat het leren 'wel goed' gaat. Maar wat betekent dat? Ik wil graag de cito resultaten zien. Waarom? Als jeugdarts probeer ik een volledig beeld van een kind te krijgen, op al zijn of haar ontwikkelingsgebieden, dus ook het leren. En hoewel ik begrijp dat een school de meeste last heeft van het gedrag van een kind, zijn kinderen vrijwel nooit vervelend uit het niets. Een kind probeert ons iets te vertellen: hoe het thuis gaat, hoe moeilijk het kan zijn met vriendjes, dat het iets overkomen is, dat school te moeilijk is of misschien wel te makkelijk.

Iedereen heeft in zijn of haar carrière een kind dat je bijblijft....ik ook. Een jongetje dat ik onderzocht als kleuter van 6 jaar, toen ik net begonnen was. Ik vond hem nog wat jong, ook al had hij groep 2 verlenging. Vijf jaar later kwam ik terug naar die wijk en in het zorgteam van de school. Inmiddels waren er grote gedragsproblemen en meldingen wegens vermoedens van kindermishandeling omdat ouders niet mee zouden werken aan opvoedingsondersteuning. Oudere kinderen in het gezin waren reeds met politie in aanraking gekomen en zijn culturele achtergrond werkte ook nog tegen hem.

Weer zag ik hem voor onderzoek, een lieve welwillende jongen met een lieve moeder die het beste voor haar kind wilde, maar wiens Nederlands beperkt was. Bij het nabespreken in het zorgteam, vroeg ik hoe het met leren eigenlijk ging, omdat ik zo op het oog niet een verklaring had voor zijn gedrag. Voor het eerst werden zijn Cito resultaten erbij gepakt en bleek hij ongeveer groep 4 niveau te hebben. Terwijl hij in groep 7 zat en reeds een extra jaar gekleuterd had. Na onderzoek door Passend Onderwijs bleek hij een IQ 67 te hebben: moeilijk lerend dus. Deze lieve jongeman werd al jaren ernstig overvraagd, begreep weinig van wat we allemaal van hem vroegen, maar was zeker streetwise genoeg om zich met stoer gedrag staande te houden, zonder de consequenties ervan te overzien. Gedrag dat inmiddels zo resistent was, dat hij ondanks plaatsing op een passende school, binnen de kortste keren in jeugddetentie zat.

Hadden we het kunnen voorkomen? Misschien niet. Maar als we door het begrijpen en juist kunnen interpreteren van Cito toetsen kinderen ervoor kunnen behoeden om alleen afgerekend te worden op hun gedrag, hebben we als JGZ dan niet de taak om dat te doen? Dus ja, JGZ moet wat met Cito!